Na verplichte aanmelding waren 769 joden geregistreerd, waaronder enkele tientallen uit Duitsland gevluchte joden: verschil tussen versies
Regel 20: | Regel 20: | ||
}} | }} | ||
Het aantal vluchtelingen (politieke en joodse) uit het Duitse Rijk tussen begin 1933 en mei 1940 wordt geschat op 34.000, waarvan er vlak voor de Duitse inval nog 15.174 in Nederland verbleven (Abicht). | Het aantal vluchtelingen (politieke en joodse) uit het Duitse Rijk tussen begin 1933 en mei 1940 wordt geschat op 34.000, waarvan er vlak voor de Duitse inval nog 15.174 in Nederland verbleven (Abicht). | ||
Van Adelberg noemt op blz. 6 een aantal van 336 Joden van Amersfoort die niet teruggekeerden. Op blz. 132 van deze bron worden 627 joodse inwoners in 1941 genoemd, op basis van een Duitse lijst (geen bronvermelding). | |||
Bloemhof noemt dezelfde aantallen als Ribbens, 353 gedeporteerden van de 632 voljoodse inwoners keerden niet terug. | |||
In 2019 is nader onderzoek gedaan naar de vraag: Welke Joodse Amersfoortse inwoners zijn door welke oorzaak gestorven en wie van hen zijn na deportatie naar de diverse soorten nazikampen in de Shoah omgekomen. | In 2019 is nader onderzoek gedaan naar de vraag: Welke Joodse Amersfoortse inwoners zijn door welke oorzaak gestorven en wie van hen zijn na deportatie naar de diverse soorten nazikampen in de Shoah omgekomen. |
Versie van 11 dec 2019 21:31
tot 800 800-900 900-1000 1000-1100 1100-1200 1200-1300 1300-1400 1400-1500 1500-1600 1600-1700 1700-1800 1800-1900 1900-2000 vanaf 2000
1941 tot 1944
Onderwerp(en)
Bron(nen)
- Amersfoort '40-'45, J.L. Bloemhof, Drs. J. van der Spek (blz. 97-101)
- Geschiedenis van de joden van de Lage Landen, L. Abicht (blz. 242)
- Flehite. Historisch jaarboek voor Amersfoort en omstreken., Div. auteurs (blz. 84-111, JB 2019; auteur Jan H. Lodewijks)
Gebeurtenis
Het aantal vluchtelingen (politieke en joodse) uit het Duitse Rijk tussen begin 1933 en mei 1940 wordt geschat op 34.000, waarvan er vlak voor de Duitse inval nog 15.174 in Nederland verbleven (Abicht).
Van Adelberg noemt op blz. 6 een aantal van 336 Joden van Amersfoort die niet teruggekeerden. Op blz. 132 van deze bron worden 627 joodse inwoners in 1941 genoemd, op basis van een Duitse lijst (geen bronvermelding).
Bloemhof noemt dezelfde aantallen als Ribbens, 353 gedeporteerden van de 632 voljoodse inwoners keerden niet terug.
In 2019 is nader onderzoek gedaan naar de vraag: Welke Joodse Amersfoortse inwoners zijn door welke oorzaak gestorven en wie van hen zijn na deportatie naar de diverse soorten nazikampen in de Shoah omgekomen. Verwezen wordt naar de analyse en conclusie in Bijlage hieronder.
Links
Bijlage in het artikel: Vier Joodse Amersfoortse gemeenteambtenaren op 1 maart 1941 op Duits bevel ontslagen. Wie waren zij en wat gebeurde met hen daarna? van Jan H. Lodewijks in Jaarboek Flehite 2019 blzn. 110-111.
De bijlage is een vervolg op voetnoot 3 in het artikel.
voetnoot 3: Kees Ribbens, `Zullen wij nog terugkeeren …. De jodenvervolging in Amersfoort tijdens de Tweede Wereldoorlog` (Amersfoort, 2002), op p. 124: “Uitgaande van 632 ‘voljoodse’ inwoners die op 1 oktober 1941 waren geregistreerd in de stad, betekent dit dat meer dan de helft van de joodse inwoners - zo’n 55% (353 van 632)- de bezetting niet heeft overleefd. Mijn analyse laat een andere verhouding zien: 339 Shoahslachtoffers van 676 Amersfoortse Joden (50,1%). Deze analyse staat in de bijlage aan het einde van dit artikel." einde voetnoot.