Spoorweggeschiedenis
Onderwerp(en)
Spoorweggeschiedenis
Bron: m.n. informatie van de heer J.G.C. van de Meene te Zwolle (april 2006 en januari 2007)
Beveiligingstechnisch wordt een "station" gedefinieerd als een plaats waar treinen elkaar kunnen kruisen en/of inhalen of hun loop kunnen aanvangen of eindigen.
Een spoorweghalte (zie de spoorweghalten in de 19e en begin 20e eeuw in Amersfoort e.o., De Vlasakkers, Kleine Koppel, Bloemendalse weg, Liendert, Hooglanderveen, Leusden en Hoevelaken) is de officiële term voor een eenvoudige haltevoorziening op de vrije baan. Een trein kan daar alleen stoppen, maar zal zijn weg in dezelfde richting vervolgen. Het verschil met een station is dat een halte geen bediende seinen en wissels heeft.
Op een enkelsporig traject is daardoor het belangrijkste verschil, dat op een station elkaar tegemoetkomende treinen de mogelijkheid hebben om te kruisen (elkaar te passeren), op een halte is dit niet mogelijk.
De definitie van "station", "halte" etc. is echter niet duidelijk. Het ARD (Algemeen Regelement Dienst) van 1875 noemt alleen stations en hoofdstations. Het begrip "halte" is nergens expliciet aangegeven. Het ARD van 1913 noemt "station", "hoofdstation", "halte" en "halte tevens stopplaats". Een stopplaats was een halte zonder bagagefaciliteiten. Ook in dat ARD staat niets over het verschil tussen station en halte. Vanaf 1914 wordt aangegeven tot welke categorie een bepaald station of halte behoort. Dat ging via ministeriële beschikkingen. Het ARD van 1933 noemt alleen nog stations en halten. Toen werden inderdaad de halten opgewaardeerd tot station en de stopplaatsen tot halte.
In het hedendaagse spraakgebruik wordt er echter geen onderscheid gemaakt in halten en stations, maar wordt iedere plaats waar treinen stoppen, een station genoemd.
Het NCS-station (1863), HIJSM-station Amersfoort Staat (1886), HIJSM-station Amersfoort Aansluiting Staat (1889) en NCS/HIJSM-Amersfoort (1902), waren vanaf het begin stations volgens bovengenoemde definitie. Ook in exploitatieve zin, door de aanwezigheid van voorzieningen en personeel ten behoeve van het reizigers- en goederenvervoer, waren dit stations (plaatskaartenverkoop, inname van bagage, goederenverzending, laad-en losmogelijkheid voor goederen, wissel- en seinwachters, wachtkamers, stationschef etc.).
Amersfoort Schothorst (1987) en Amersfoort Vathorst (2006) hebben bediende seinen en wissels en zijn in die zin een station. Hooglanderveen is in 1898 geopend als spoorweghalte, maar aldaar waren toen wel mogelijkheden tot passeren van elkaar tegemoetkomende treinen (zie bij 1898). Beveiligingstechnisch gezien was Hooglanderveen dus een station.
Door bij "Zoeken in de tijdbalk", halte in te tikken, verschijnt de geschiedenis van zowel de stations als de halten.
Voor actuele wet- en regelgeving m.b.t. de rail, zie de hyperlink van IVW.
Link(s):
- Sporenplan Amersfoort
- Spoorweggeschiedenis
- Spooronderwerpen divers
- Klassieke seinen
- Inspectie Verkeer & Waterstaat (IVW)
- Tekens sporenplan Amersfoort
Emplacementen Amersfoort, 1889-1901.